Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. goedgeefsheid:
  2. goedgeefs:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor goedgeefsheid (Nederlands) in het Zweeds

goedgeefsheid:

goedgeefsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de goedgeefsheid (royaliteit; vrijgevigheid; ruimhartigheid; gulheid; scheutigheid)
    generositet; givmildhet
  2. de goedgeefsheid (mildheid)
    generositet

Vertaal Matrix voor goedgeefsheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
generositet goedgeefsheid; gulheid; mildheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; vrijgevigheid edelmoedigheid; generositeit; grootmoedigheid; mildadigheid; weldaad; weldadigheid
givmildhet goedgeefsheid; gulheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; vrijgevigheid edelmoedigheid; generositeit; grootmoedigheid; mildadigheid

Verwante woorden van "goedgeefsheid":


goedgeefsheid vorm van goedgeefs:

goedgeefs bijvoeglijk naamwoord

  1. goedgeefs (vrijgevig; royaal; genereus; )
    givmild; generöst; givmilt
  2. goedgeefs (vrijgevig; genereus; royaal; gul; scheutig)
    generös; generöst; högsint; ädelmodigt

Vertaal Matrix voor goedgeefs:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
generös genereus; goedgeefs; gul; royaal; scheutig; vrijgevig edel; edelmoedig; genereus; grootmoedig; groots; gul; mild; nobel; royaal; ruimhartig; vrijgevig
generöst genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig edel; edelmoedig; genereus; grootmoedig; groots; gul; mild; nobel; royaal; ruimhartig; vrijgevig
givmild genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig
givmilt genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig
högsint genereus; goedgeefs; gul; royaal; scheutig; vrijgevig adellijk
ädelmodigt genereus; goedgeefs; gul; royaal; scheutig; vrijgevig

Verwante woorden van "goedgeefs":