Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gireren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gireren (Nederlands) in het Zweeds

gireren:

gireren werkwoord (gireer, gireert, gireerde, gireerden, gegireerd)

  1. gireren (per postgiro betalen)
    betala via giro
    • betala via giro werkwoord (betalar via giro, betalade via giro, betalat via giro)

Conjugations for gireren:

o.t.t.
  1. gireer
  2. gireert
  3. gireert
  4. gireren
  5. gireren
  6. gireren
o.v.t.
  1. gireerde
  2. gireerde
  3. gireerde
  4. gireerden
  5. gireerden
  6. gireerden
v.t.t.
  1. heb gegireerd
  2. hebt gegireerd
  3. heeft gegireerd
  4. hebben gegireerd
  5. hebben gegireerd
  6. hebben gegireerd
v.v.t.
  1. had gegireerd
  2. had gegireerd
  3. had gegireerd
  4. hadden gegireerd
  5. hadden gegireerd
  6. hadden gegireerd
o.t.t.t.
  1. zal gireren
  2. zult gireren
  3. zal gireren
  4. zullen gireren
  5. zullen gireren
  6. zullen gireren
o.v.t.t.
  1. zou gireren
  2. zou gireren
  3. zou gireren
  4. zouden gireren
  5. zouden gireren
  6. zouden gireren
en verder
  1. is gegireerd
  2. zijn gegireerd
diversen
  1. gireer!
  2. gireert!
  3. gegireerd
  4. girerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gireren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betala via giro gireren; per postgiro betalen