Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gezwindheid:
  2. gezwind:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gezwindheid (Nederlands) in het Zweeds

gezwindheid:

gezwindheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gezwindheid (vlugheid; snelheid; vlotheid; )
    snabbhet; tempo
    • snabbhet [-en] zelfstandig naamwoord
    • tempo [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gezwindheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snabbhet gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid beweeglijkheid; levendigheid
tempo gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid

Verwante woorden van "gezwindheid":


Wiktionary: gezwindheid


Cross Translation:
FromToVia
gezwindheid hastighet; fart speed — rate of motion
gezwindheid fart; hast hâte — Extrême promptitude, vivacité, rapidité avec laquelle on fait quelque chose.
gezwindheid hastighet; tempo; fart rapiditécélérité, grande vitesse.

gezwindheid vorm van gezwind:

gezwind bijvoeglijk naamwoord

  1. gezwind (gauw; direct)
    snabbt; rappt; bums; på momangen

Vertaal Matrix voor gezwind:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bums direct; gauw; gezwind op staande voet
på momangen direct; gauw; gezwind
rappt direct; gauw; gezwind
snabbt direct; gauw; gezwind abrupt; alert; bruusk; dra; eensklaps; eerstdaags; gauw; haastig; in alle haast; kortstondig; opeens; oplettend; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk; spoedig; terloops; uitgeslapen; vluchtig; wakker; weldra

Verwante woorden van "gezwind":


Wiktionary: gezwind


Cross Translation:
FromToVia
gezwind kvick; snabb fast — capable of moving with great speed
gezwind snabb; geschwint geschwind — in kurzer Zeit, mit wenig Zeitaufwand
gezwind snabb rapide — Qui se meut avec vitesse