Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gezel (Nederlands) in het Zweeds
gezel:
-
de gezel (maat; partner)
-
de gezel (hartsvriendin; vriendin; kameraadje; maatje)
-
de gezel (vriend; spitsbroeder; gabber; compagnon; kameraadje; kameraad; kompaan; kornuit; maat; makker; maatje; pal)
Vertaal Matrix voor gezel:
Verwante woorden van "gezel":
Wiktionary: gezel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gezel | → lärling | ↔ apprentice — trainee, especially in a skilled trade |
• gezel | → vandringsgesäll; gesäll | ↔ journeyman — tradesman who has served an apprenticeship |
Computer vertaling door derden: