Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- gezamenlijkheid:
- gezamenlijk:
-
Wiktionary:
- gezamenlijk → gemensam
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gezamenlijkheid (Nederlands) in het Zweeds
gezamenlijkheid:
-
de gezamenlijkheid (voltalligheid; geheel; volledigheid; totaliteit; alles; volkomenheid; totaal; eenheid)
Vertaal Matrix voor gezamenlijkheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fullhet | alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid | |
fullständighet | alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid | betrouwbaarheid; compleetheid; completering; degelijkheid; deugdelijkheid; soliditeit; stevigheid; uitputtendheid; volheid; volledigheid; voltooiing |
Verwante woorden van "gezamenlijkheid":
gezamenlijk:
-
gezamenlijk (samen; tezamen; met z'n beiden)
tillsammans-
tillsammans bijvoeglijk naamwoord
-
-
gezamenlijk (tezamen; gemeenschappelijk; met zijn allen)
Vertaal Matrix voor gezamenlijk:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
alltsammans | gemeenschappelijk; gezamenlijk; met zijn allen; tezamen | |
ihop | gemeenschappelijk; gezamenlijk; met zijn allen; tezamen | |
tillsammans | gezamenlijk; met z'n beiden; samen; tezamen | onder elkaar; saam; samen |
Verwante woorden van "gezamenlijk":
Wiktionary: gezamenlijk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gezamenlijk | → gemensam | ↔ commun — Qui sert, qui peut servir à tout le monde ou seulement à plusieurs personnes. |
Computer vertaling door derden: