Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gewoel (Nederlands) in het Zweeds
gewoel:
-
het gewoel (gewroet)
grävande; rotande; nedgrävande; slitande-
grävande zelfstandig naamwoord
-
nedgrävande zelfstandig naamwoord
-
slitande zelfstandig naamwoord
-
-
het gewoel (onrust; agitatie; ongedurigheid; beroering)
Vertaal Matrix voor gewoel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
grävande | gewoel; gewroet | |
jäkt | agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust | gebrom; gemurmel; geroezemoes |
nedgrävande | gewoel; gewroet | |
oro | agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust | bekommernis; bezorgdheid; kommer; ongerustheid; ontsteltenissen; opschudding; opzien; sensatie; smarten; verontrusting; verwarring; zorg |
orolighet | agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust | gejaagdheid; oproer; opstand; opstootje; rel; volksoproer; vuistgevecht |
rotande | gewoel; gewroet | gewroet |
slitande | gewoel; gewroet | slijtage; slijting |
stress | agitatie; beroering; gewoel; ongedurigheid; onrust | emotionele spanning; gejaagdheid; gespannenheid; mentale spanning; spanning; stress |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
oro | kwelling | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rotande | herkauwend; wroetend |