Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gewiekstheid (Nederlands) in het Zweeds

gewiekstheid:

gewiekstheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gewiekstheid (slimheid; spitsvondigheid; slimmigheid)
    fiffighet
  2. de gewiekstheid (geslepenheid)
    list; skärpa; beräkning; smarthet
    • list [-en] zelfstandig naamwoord
    • skärpa [-en] zelfstandig naamwoord
    • beräkning [-en] zelfstandig naamwoord
    • smarthet [-en] zelfstandig naamwoord
  3. de gewiekstheid (sluwheid; doortraptheid; gladheid; listigheid; snoodheid)
    listig; klipsk
  4. de gewiekstheid (doortraptheid; geraffineerdheid; gladheid; )
    list; slughet
    • list [-en] zelfstandig naamwoord
    • slughet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gewiekstheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beräkning geslepenheid; gewiekstheid afrekening; becijfering; berekening; calculatie; inschatting
fiffighet gewiekstheid; slimheid; slimmigheid; spitsvondigheid
klipsk doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid
list doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; sluwheid list; slimheid; sluwe streek
listig doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid geraffineerdheid; leepheid; raffinement
skärpa geslepenheid; gewiekstheid bij de pinken zijn; het bijtende; het nare; in vorm zijn; nauwheid; scherpte; smalheid; verstaanbaarheid
slughet doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; sluwheid arglist; arglistigheid; doortraptheid; geslepenheid; leepheid; linkheid; listigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; sluwheid; spitsheid; spitsvondigheid
smarthet geslepenheid; gewiekstheid bij de pinken zijn; intelligentie; pienterheid; schranderheid; slimheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skärpa aanhalen; aanpunten; scherp maken; slijpen; verscherpen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klipsk intelligent; pienter; schrander
listig arglistig; berekenend; bezwaarlijk; clever; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; kien; lastig; leep; link; listig; met bezwaren; pienter; schrander; slangachtig; slim; slinks; sluw; snugger; uitgeslapen

Verwante woorden van "gewiekstheid":


gewiekst:

gewiekst bijvoeglijk naamwoord

  1. gewiekst (berekenend; gehaaid)
    beräknande; listig; listigt; beräknandet; slugt
  2. gewiekst (doortrapt; gemeen; achterbaks; )
    slug; falsk; elakt; slugt; falskt
    • slug bijvoeglijk naamwoord
    • falsk bijvoeglijk naamwoord
    • elakt bijvoeglijk naamwoord
    • slugt bijvoeglijk naamwoord
    • falskt bijvoeglijk naamwoord
  3. gewiekst (uitgeslapen; gevat; gehaaid; snedig)
    vass; skarpt; vasst; skärpt
    • vass bijvoeglijk naamwoord
    • skarpt bijvoeglijk naamwoord
    • vasst bijvoeglijk naamwoord
    • skärpt bijvoeglijk naamwoord
  4. gewiekst (leep; sluw; geslepen; gehaaid)
    beräknande; slugt

Vertaal Matrix voor gewiekst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
listig doortraptheid; geraffineerdheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; listigheid; raffinement; sluwheid; snoodheid
slug geraffineerdheid; leepheid; raffinement
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beräknande berekenend; gehaaid; geslepen; gewiekst; leep; sluw
beräknandet berekenend; gehaaid; gewiekst berekend; steeds op voordeel uit
elakt achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt ellende; gemeen; hatelijk; kwaadwillig; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; liederlijk; malheur; met slechte intentie; moeilijkheden; onedel; ongeluk; onheil; onspoed; onzedelijk; pech; ramp; rampspoed; slecht; snood; stekelig; tegenslag; tegenspoed; terugslag; vals; verdorven; verregaand zedenloos; vicieus; vijandig
falsk achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; bedriegelijk; geaffecteerd; gefingeerd; gekunsteld; gemaakt; gemeen; geniepig; gewrongen; gezocht; gluiperig; in het geniep; kwaadwillig; leugenachtig; met slechte intentie; nagemaakt; niet echt; ondergeschoven; onecht; onnatuurlijk; onwaar; onwelluidend; slecht; snood; stiekem; tweetongig; vals
falskt achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; bedriegelijk; doorelkaar; geaffecteerd; gefingeerd; gekunsteld; gemaakt; gemeen; geniepig; gewrongen; gezocht; gluiperig; in de war; in het geniep; kwaadwillig; leugenachtig; met slechte intentie; nagemaakt; niet echt; ondergeschoven; onecht; onheus; onnatuurlijk; onwaar; onwaarachtig; onwelluidend; slecht; snood; stiekem; ten onrechte; tweetongig; vals; valselijk
listig berekenend; gehaaid; gewiekst arglistig; bezwaarlijk; clever; doortrapt; geraffineerd; geslepen; kien; lastig; leep; link; listig; met bezwaren; pienter; schrander; slangachtig; slim; slinks; sluw; snugger; uitgeslapen
listigt berekenend; gehaaid; gewiekst arglistig; bezwaarlijk; clever; doortrapt; geraffineerd; geslepen; kien; lastig; leep; link; listig; met bezwaren; obsceen; pienter; schrander; schuin; slangachtig; slim; slinks; sluw; snugger; uitgeslapen; vies; vunzig; zedeloos
skarpt gehaaid; gevat; gewiekst; snedig; uitgeslapen bijdehand; fel; gescherpt; hanig; hard; hoog; kien; messcherp; met een scherp oog; nauwlettend; pienter; pikant; pinnig; puntig; schel; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; scherpklinkend; schril; slim; snerpend; snibbig; spits; uitgekookt; verlekkerd; vinnig; vlijmend
skärpt gehaaid; gevat; gewiekst; snedig; uitgeslapen
slug achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt arglistig; behorende tot de harde kern; doortrapt; geraffineerd; geslepen; intelligent; leep; link; listig; pienter; schrander; slinks; sluw; van de harde kern
slugt achterbaks; berekenend; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt arglistig; behorende tot de harde kern; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw; van de harde kern
vass gehaaid; gevat; gewiekst; snedig; uitgeslapen bijdehand; kien; pienter; puntig; slim; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst; uitgekookt
vasst gehaaid; gevat; gewiekst; snedig; uitgeslapen bijdehand; kien; messcherp; pienter; puntig; scherp; slim; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst; uitgekookt

Verwante woorden van "gewiekst":


Wiktionary: gewiekst


Cross Translation:
FromToVia
gewiekst lömsk wily — sly, cunning
gewiekst fiffig; illmarig; klipsk; klyftig; knepig; knipslug; slug artificieux — littéraire|fr péjoratif|fr Qui est plein d’artifice, de ruse.
gewiekst fiffig; illmarig; klipsk; klyftig; knepig; knipslug; slug astucieux — Qui a de l’astuce.
gewiekst fiffig; illmarig; klipsk; klyftig; knepig; knipslug; slug rusé — Qui a de la ruse, qui est plein de ruses.