Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gewezen (Nederlands) in het Zweeds
gewezen:
-
gewezen (voormalig; voormalige; vroeger; vorige; vroegere; ex; voorheen; geweest; toenmalig)
-
gewezen (met emeritaat; rustend)
-
gewezen (gepensioneerd; rustend)
pensionerat; tillbakadragen; tillbakadraget-
pensionerat bijvoeglijk naamwoord
-
tillbakadragen bijvoeglijk naamwoord
-
tillbakadraget bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gewezen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
förra | vorige | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ex- | ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere | |
förra | ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere | |
försenad | ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere | |
försenat | ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere | |
pensionerad | gewezen; met emeritaat; rustend | |
pensionerat | gepensioneerd; gewezen; met emeritaat; rustend | |
tillbakadragen | gepensioneerd; gewezen; rustend | alleenlevend; bedeesd; beschroomd; bleu; kopschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; solitair; timide; verlegen |
tillbakadraget | gepensioneerd; gewezen; rustend | kopschuw; schuw |
gewezen vorm van wijzen:
-
wijzen (attenderen)
indikera; peka ut; visa ut; dra uppmärksamhet till-
dra uppmärksamhet till werkwoord (drar uppmärksamhet till, drog uppmärksamhet till, dragit uppmärksamhet till)
-
wijzen (iets aanwijzen; aanduiden; indiceren; aangeven)
Conjugations for wijzen:
o.t.t.
- wijs
- wijst
- wijst
- wijzen
- wijzen
- wijzen
o.v.t.
- wees
- wees
- wees
- wezen
- wezen
- wezen
v.t.t.
- heb gewezen
- hebt gewezen
- heeft gewezen
- hebben gewezen
- hebben gewezen
- hebben gewezen
v.v.t.
- had gewezen
- had gewezen
- had gewezen
- hadden gewezen
- hadden gewezen
- hadden gewezen
o.t.t.t.
- zal wijzen
- zult wijzen
- zal wijzen
- zullen wijzen
- zullen wijzen
- zullen wijzen
o.v.t.t.
- zou wijzen
- zou wijzen
- zou wijzen
- zouden wijzen
- zouden wijzen
- zouden wijzen
diversen
- wijs!
- wijst!
- gewezen
- wijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wijzen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dra uppmärksamhet till | attenderen; wijzen | |
indikera | attenderen; wijzen | duiden op; wijzen naar; wijzen op |
noggrant ange | aanduiden; aangeven; iets aanwijzen; indiceren; wijzen | |
peka ut | attenderen; wijzen | slecht voorstellen; verketteren |
precisera | aanduiden; aangeven; iets aanwijzen; indiceren; wijzen | detailleren |
sätta fingret på | aanduiden; aangeven; iets aanwijzen; indiceren; wijzen | |
visa ut | attenderen; wijzen |
Verwante woorden van "wijzen":
Verwante definities voor "wijzen":
Wiktionary: wijzen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wijzen | → peka på | ↔ point — to extend finger |
• wijzen | → peka; visa | ↔ zeigen — auf etwas zeigen: (meist mit dem Finger) in die Richtung von etwas deuten |
• wijzen | → uppvisa; utpeka; kora | ↔ désigner — Traduction à trier |
• wijzen | → uppvisa; utpeka | ↔ indiquer — montrer, désigner une personne ou une chose. |
• wijzen | → uppvisa | ↔ montrer — faire voir ; exposer aux regards. |