Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gewas:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gewas (Nederlands) in het Zweeds

gewas:

gewas [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gewas (teelgewas)
    skörd
    • skörd [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het gewas (plant)
    växt
    • växt [-en] zelfstandig naamwoord
  3. het gewas (begroeiing; aanplant)
    övertäckning
  4. het gewas (vegetatie; planten)
    vegetation; plantering

Vertaal Matrix voor gewas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plantering gewas; planten; vegetatie aanplant; culture
skörd gewas; teelgewas oogst; opbrengst van een gewas; opbrengst van gewas; pluk; wijnoogst
vegetation gewas; planten; vegetatie aanplant; beplanting; planten; poten
växt gewas; plant groei; groeien; groeiproces; toenames; toenemingen; vermeerderingen
övertäckning aanplant; begroeiing; gewas afdekkap; dak; dekmantel; dekschild; kap; koepel; overdekking; overkapping; schild

Verwante woorden van "gewas":

  • gewassen

Wiktionary: gewas


Cross Translation:
FromToVia
gewas gröda crop — plant grown for food
gewas planta; växt plant — organism capable of photosynthesis
gewas planta; växt vegetable — any plant
gewas grönsak vegetable — a plant raised for some edible part of it

Verwante vertalingen van gewas