Gevolg in het Zweeds vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

gevolg:
- konsekvens; resultat; avkastning; kungligt hushåll; hov; effekt; utföra; medförande
Wiktionary:
- gevolg → korollarium, följdsats, följe, följd, framgång, resultat, konsekvens

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gevolg (Nederlands) in het Zweeds

het gevolg (consequentie; voortvloeisel; uitvloeisel)
konsekvens; resultat; avkastning
- konsekvens [-en] zelfstandig naamwoord
- resultat [-ett] zelfstandig naamwoord
- avkastning [-en] zelfstandig naamwoord
het gevolg (hofhouding)
kungligt hushåll; hov
- kungligt hushåll zelfstandig naamwoord
- hov [-ett] zelfstandig naamwoord
het gevolg (resultaat; effect)
resultat; effekt
- resultat [-ett] zelfstandig naamwoord
- effekt [-en] zelfstandig naamwoord
het gevolg (gevolg geven aan; gehoor)
utföra
- utföra zelfstandig naamwoord
het gevolg (teweegbrenging; teweegbrengen)
effekt; medförande
- effekt [-en] zelfstandig naamwoord
- medförande zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avkastning	consequentie; gevolg; uitvloeisel; voortvloeisel	baat; gewin; landbouwopbrengst; oogst; opbrengst; product; profijt; rendement; rentabiliteit; uitkomst; voortbrengsel; winst
effekt	effect; gevolg; resultaat; teweegbrengen; teweegbrenging	aanslag; effect; impact; uitwerking
hov	gevolg; hofhouding	hoef; hoefblad; hofstoet; hoornschoen; schaaf
konsekvens	consequentie; gevolg; uitvloeisel; voortvloeisel	effect; effecten; gevolgen; uitwerking
kungligt hushåll	gevolg; hofhouding
medförande	gevolg; teweegbrengen; teweegbrenging
resultat	consequentie; effect; gevolg; resultaat; uitvloeisel; voortvloeisel	afloop; effecten; issue; kwestie; ontknopingen; pandbrieven; punt; resultaat; resultante; uitkomst; uitkomsten; winsten
utföra	gehoor; gevolg; gevolg geven aan
-	consequentie
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
utföra		bedingen; bewerkstelligen; doen; fixen; handelen; klaarspelen; kwijten; lappen; totstandbrengen; uitrichten; uitvoeren; verrichten; voltrekken; voor elkaar krijgen; zich voltrekken

wat eruit voortkomt¹
- die deuk is het gevolg van de botsing¹
groep mensen die achter iemand aanloopt¹
- hij hoort tot het gevolg van de koningin¹

Cross Translation:

From	To	Via
• gevolg	→ korollarium; följdsats	↔ corollary — proposition which follows easily
• gevolg	→ följe	↔ entourage — retinue of attendants, associates or followers
• gevolg	→ följe	↔ retinue — group of servants
• gevolg	→ följe	↔ Gefolge — eine Gruppe von Personen, die sich einer wichtigen Persönlichkeit anschließen und dieser dienen
• gevolg	→ följd	↔ Gefolge — eine Folge, Konsequenz eines anderen Ereignisses
• gevolg	→ framgång; resultat	↔ aboutissement — Action d’aboutir.
• gevolg	→ konsekvens	↔ conséquence — suite qu’une action ou un évènement peut avoir.
• gevolg	→ resultat	↔ résultat — Ce qui résulter, ce qui s’ensuivre d’une délibération, d’un principe, d’une opération, d’un événement, etc.