Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gespletenheid (Nederlands) in het Zweeds
gespletenheid:
-
de gespletenheid (schizofrenie)
schizofrenie-
schizofrenie zelfstandig naamwoord
-
-
de gespletenheid (tweespalt; verdeeldheid; tweedracht)
Vertaal Matrix voor gespletenheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
meningskiljaktighet | gespletenheid; tweedracht; tweespalt; verdeeldheid | dispuut; meningsverschil; onenigheid; woordenwisseling |
missämja | gespletenheid; tweedracht; tweespalt; verdeeldheid | |
oenighet | gespletenheid; tweedracht; tweespalt; verdeeldheid | controverse |
schizofrenie | gespletenheid; schizofrenie | |
tvedräkt | gespletenheid; tweedracht; tweespalt; verdeeldheid |
Verwante woorden van "gespletenheid":
gespleten:
-
gespleten (gevorkt)
Vertaal Matrix voor gespleten:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kluven | gespleten; gevorkt | tweeslachtig |
kluvet | gespleten; gevorkt | tweeslachtig |
rämnat | gespleten; gevorkt | |
splittrad | gespleten; gevorkt | aan gruzelementen |
splittrat | gespleten; gevorkt | aan gruzelementen |