Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geschreeuw (Nederlands) in het Zweeds

geschreeuw:

geschreeuw [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het geschreeuw (gebrul; gebulder; gekrijs)
    tjutande; skrikande; rytande; vrålanede
  2. het geschreeuw (gegil)
    ropande; skrikande; galande; hojtande
  3. het geschreeuw (geroep; roep)
    kallelse; sammankallande; upprop; inkallelse
  4. het geschreeuw (gekrijs; gegil)
    skrikande

Vertaal Matrix voor geschreeuw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
galande gegil; geschreeuw
hojtande gegil; geschreeuw
inkallelse geroep; geschreeuw; roep
kallelse geroep; geschreeuw; roep aanroeping; convocatie; dagingen; dagvaarding; dagvaardingen; oproeping; roeping; vocatie
ropande gegil; geschreeuw aanroepen; praaien
rytande gebrul; gebulder; gekrijs; geschreeuw gescheld; getier
sammankallande geroep; geschreeuw; roep
skrikande gebrul; gebulder; gegil; gekrijs; geschreeuw gegier
tjutande gebrul; gebulder; gekrijs; geschreeuw gegier
upprop geroep; geschreeuw; roep aankondiging; aanroeping; afkondiging; bekendmaking; beroep doen op; kennisgeving; mededeling; melding; oproep; proclamatie; roep; verkondiging
vrålanede gebrul; gebulder; gekrijs; geschreeuw