Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avslutad
|
af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
afgeknot; afgerond; gecompleteerd
|
avslutat
|
af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij
|
afgeknot; afgerond; gecompleteerd; voleindigd
|
fullständig
|
af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
algeheel; compleet; kompleet; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volkomen; volledig; volmaakt; volslagen; voortreffelijk
|
fullständigt
|
af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
afgerond; algeheel; baarlijk; compleet; gecompleteerd; integraal; kompleet; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volkomen; volledig; volmaakt; volslagen; voortreffelijk
|
färdig
|
af; beëindigd; gedaan; gereed; klaar; paraat; volbracht
|
afgehandeld
|
färdig kokad
|
doorgekookt; gaar; gedaan; gereed
|
|
färdigt
|
af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
afgehandeld
|
färdigt kokad
|
doorgekookt; gaar; gedaan; gereed
|
|
gjort
|
af; beëindigd; gedaan; gereed; klaar; volbracht
|
|
klar
|
gereed; klaar; paraat
|
aanschouwelijk; begrijpelijk; bevattelijk; cru; duidelijk; expliciet; fleurig; helder; helderdenkend; inzichtelijk; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurrijk; lichtgevend; lumineus; onbewolkt; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; overduidelijk; rechttoe rechtaan; verhelderend; verstaanbaar
|
klart
|
gereed; klaar; paraat
|
aanschouwelijk; begrijpelijk; cru; direct; duidelijk; expliciet; fleurig; helder; helderdenkend; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurrijk; lichtgevend; lumineus; onbewolkt; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; overduidelijk; recht door zee; rechttoe rechtaan; regelrecht; verhelderend; verstaanbaar
|
tillräckligt kokat
|
doorgekookt; gaar; gedaan; gereed
|
|