Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gemoedelijkheid:
  2. gemoedelijk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gemoedelijkheid (Nederlands) in het Zweeds

gemoedelijkheid:

gemoedelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gemoedelijkheid (gezelligheid; knusheid)
    bekvämlighet; intimitet; hemtrevlighet; gemytlighet; sällskaplighet

Vertaal Matrix voor gemoedelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekvämlighet gemoedelijkheid; gezelligheid; knusheid comfort; gemak; gemakkelijkheid; gerief; gerieflijkheid; makkelijkheid
gemytlighet gemoedelijkheid; gezelligheid; knusheid
hemtrevlighet gemoedelijkheid; gezelligheid; knusheid
intimitet gemoedelijkheid; gezelligheid; knusheid
sällskaplighet gemoedelijkheid; gezelligheid; knusheid

Verwante woorden van "gemoedelijkheid":


gemoedelijkheid vorm van gemoedelijk:

gemoedelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. gemoedelijk (joviaal)
    jovialt; vänlig; vänligt

Vertaal Matrix voor gemoedelijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jovialt gemoedelijk; joviaal
vänlig gemoedelijk; joviaal amicaal; attent; bevriend; charmant; galant; genegenheid opwekkend; hartelijk; hoffelijk; innemend; jofel; kameraadschappelijk; minnelijk; minzaam; ridderlijk; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk
vänligt gemoedelijk; joviaal aangenaam; aardig; aimabel; attent; behulpzaam; bekoorlijk; beminnelijk; bevriend; charmant; collegiaal; galant; genegenheid opwekkend; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hoffelijk; hulpvaardig; innemend; jofel; lief; minnelijk; minzaam; plezierig; ridderlijk; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; zachtaardig

Verwante woorden van "gemoedelijk":

  • gemoedelijkheid, gemoedelijker, gemoedelijkere, gemoedelijkst, gemoedelijkste, gemoedelijke