Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gemakkelijkheid (Nederlands) in het Zweeds

gemakkelijkheid:

gemakkelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gemakkelijkheid (gemak)
    bekvämlighet; komfort
  2. de gemakkelijkheid (gerieflijkheid)
    bekvämlighet
  3. de gemakkelijkheid (inschikkelijkheid; soepelheid)
    behaglighet

Vertaal Matrix voor gemakkelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behaglighet gemakkelijkheid; inschikkelijkheid; soepelheid behaaglijkheid; gerieflijkheid
bekvämlighet gemak; gemakkelijkheid; gerieflijkheid comfort; gemoedelijkheid; gerief; gezelligheid; knusheid; makkelijkheid
komfort gemak; gemakkelijkheid comfort; gerief

Verwante woorden van "gemakkelijkheid":


gemakkelijk:

gemakkelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. gemakkelijk (niet moeilijk; eenvoudig; makkelijk; simpel; licht)
    lätt
  2. gemakkelijk (comfortabel; geriefelijk; aangenaam)
    angenämt; skön; bekväm; bekvämt; behagligt; trevlig; trevligt; skönt
  3. gemakkelijk (practisch; nuttig)
    praktisk; praktiskt

gemakkelijk bijwoord

  1. gemakkelijk
    lätt; enkelt; smidigt

Vertaal Matrix voor gemakkelijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enkelt gemakkelijk blank; ongelakt; onknap
lätt eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel eenvoudig; eenvoudiger; miniem; minitueus; ongecompliceerd; simpel; vederlicht; verreweg
smidigt gemakkelijk aanspreekbaar; benaderbaar; buigzaam; elastisch; flexibel; genaakbaar; lenig; meegaand; rekbaar; smeuïg; soepel; toegankelijk; toeschietelijk; veerkrachtig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angenämt aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk aangenaam; behaaglijk; fijn; genietbaar; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig; te genieten
behagligt aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk aangenaam; aanvallig; behaaglijk; bevallig; draagbaar; fijn; gerieflijk; goedzittend; gracieus; jofel; lekker; leuk; plezant; plezierig; poeslief; prettig; senang; sierlijk
bekväm aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk draagbaar; te dragen
bekvämt aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk aangenaam; behaaglijk; draagbaar; familiair; gemakzuchtig; gerieflijk; goedzittend; knus; makkelijk in de omgang; senang; te dragen
praktisk gemakkelijk; nuttig; practisch gelegen; van pas
praktiskt gemakkelijk; nuttig; practisch gelegen; van pas
skön aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk
skönt aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk draagbaar; goedzittend
trevlig aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk aangenaam; behaaglijk; betoverend; bijzonder aangenaam; fijn; gezellig; heugelijk; heuglijk; huiselijk; knus; knusjes; lekker; leuk; luisterrijk; magnifiek; menswaardig; plezant; plezierig; prachtig; prettig; schitterend; verblijdend
trevligt aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; behaaglijk; bekoorlijk; betoverend; bevallig; charmant; fijn; genietbaar; heugelijk; heuglijk; jofel; knap; lekker; leuk; luisterrijk; magnifiek; menswaardig; mooi; plezant; plezierig; prachtig; prettig; schitterend; te genieten; verblijdend

Verwante woorden van "gemakkelijk":

  • gemakkelijkheid, gemakkelijker, gemakkelijkere, gemakkelijkst, gemakkelijkste, gemakkelijke

Synoniemen voor "gemakkelijk":


Antoniemen van "gemakkelijk":


Verwante definities voor "gemakkelijk":

  1. plezierig om te gebruiken of mee om te gaan1
    • mag ik in de gemakkelijke stoel?1
  2. wat je zonder veel inspanning kunt doen1
    • deze les is gemakkelijk1

Wiktionary: gemakkelijk


Cross Translation:
FromToVia
gemakkelijk bekväm; skön; komfortabel; behaglig comfortable — providing physical comfort and ease
gemakkelijk bekväm comfortable — in a state of comfort
gemakkelijk lätt easy — requiring little skill or effort
gemakkelijk lättfotad easy — consenting readily to sex
gemakkelijk lätt; enkel leichteinfach (nicht schwierig)
gemakkelijk passande; tjänlig; anständig convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
gemakkelijk läglig; lämplig opportun — Qui est à propos, selon le temps et le lieu.

Computer vertaling door derden: