Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. geeuw:
  2. geeuwen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geeuw (Nederlands) in het Zweeds

geeuw:

geeuw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de geeuw (gaap)
    gäspning

Vertaal Matrix voor geeuw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gäspning gaap; geeuw

Verwante woorden van "geeuw":


Wiktionary: geeuw


Cross Translation:
FromToVia
geeuw gäspning; gäsp yawn — the action of yawning

geeuw vorm van geeuwen:

geeuwen werkwoord (geeuw, geeuwt, geeuwde, geeuwden, gegeeuwd)

  1. geeuwen (gapen)
    gäspa
    • gäspa werkwoord (gäspar, gäspade, gäspat)

Conjugations for geeuwen:

o.t.t.
  1. geeuw
  2. geeuwt
  3. geeuwt
  4. geeuwen
  5. geeuwen
  6. geeuwen
o.v.t.
  1. geeuwde
  2. geeuwde
  3. geeuwde
  4. geeuwden
  5. geeuwden
  6. geeuwden
v.t.t.
  1. heb gegeeuwd
  2. hebt gegeeuwd
  3. heeft gegeeuwd
  4. hebben gegeeuwd
  5. hebben gegeeuwd
  6. hebben gegeeuwd
v.v.t.
  1. had gegeeuwd
  2. had gegeeuwd
  3. had gegeeuwd
  4. hadden gegeeuwd
  5. hadden gegeeuwd
  6. hadden gegeeuwd
o.t.t.t.
  1. zal geeuwen
  2. zult geeuwen
  3. zal geeuwen
  4. zullen geeuwen
  5. zullen geeuwen
  6. zullen geeuwen
o.v.t.t.
  1. zou geeuwen
  2. zou geeuwen
  3. zou geeuwen
  4. zouden geeuwen
  5. zouden geeuwen
  6. zouden geeuwen
diversen
  1. geeuw!
  2. geeuwt!
  3. gegeeuwd
  4. geeuwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor geeuwen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gäspa gapen; geeuwen

Verwante woorden van "geeuwen":


Wiktionary: geeuwen


Cross Translation:
FromToVia
geeuwen gäspa gähnen — den Mund mit Einatmen und Ausatmen als Zeichen der Müdigkeit weit aufsperren
geeuwen gäspa yawn — open the mouth and take a deep breath
geeuwen gäspa bâillerréaliser un mouvement réflexe d’inspiration suivre d’une expiration ouvrir grand la bouche.