Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gedwee (Nederlands) in het Zweeds
gedwee:
-
gedwee (meegaand; inschikkelijk; soepel; gewillig; toegeeflijk; toegevend)
-
gedwee (onderworpen; volgzaam; meegaand)
läraktig; foglig; fogligt; läraktigt; lätthanterligt-
läraktig bijvoeglijk naamwoord
-
foglig bijvoeglijk naamwoord
-
fogligt bijvoeglijk naamwoord
-
läraktigt bijvoeglijk naamwoord
-
lätthanterligt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gedwee:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flexibelt | gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend | buigbaar; buigzaam; flexibel; soepel |
foglig | gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam | berustend; dienstbaar; dienstwillig; gelaten; kneedbaar; lijdelijk; lijdzaam; plooibaar; vormbaar; vouwbaar; willig |
fogligt | gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam | berustend; dienstbaar; dienstwillig; gelaten; kneedbaar; lijdelijk; lijdzaam; plooibaar; vormbaar; vouwbaar; willig |
följsam | gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend | |
följsamt | gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend | dienstbaar; dienstwillig; willig |
läraktig | gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam | |
läraktigt | gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam | |
lätthanterligt | gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam | beheersbaar |