Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gedruis:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gedruis (Nederlands) in het Zweeds

gedruis:

gedruis [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gedruis (rumoer; tumult)
    oljud; tumult
    • oljud [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tumult [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gedruis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oljud gedruis; rumoer; tumult geluid; geluidshinder; geluidsoverlast; herrie; kabaal; lawaai; leven; rumoer; spektakel
tumult gedruis; rumoer; tumult beroering; deining; drukte; geraas; heibel; heksenketel; herrie; kabaal; lawaai; leven; luidruchtigheid; ophef; oploop; oproer; opschudding; opstand; opstootje; opzien; pandemonium; rel; rumoer; sensatie; spektakel; stampei; tamtam; tumult; verwarring; volksoproer; vuistgevecht