Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gedrag:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gedrag (Nederlands) in het Zweeds

gedrag:

gedrag [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gedrag (gedragswijze; handelwijze; optreden; manier)
    uppförande; beteende
  2. het gedrag (besturing; houding; leiding; rijrichting; plan)
    kurs; värde
    • kurs [-en] zelfstandig naamwoord
    • värde [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. het gedrag
    beteende

Vertaal Matrix voor gedrag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beteende gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden fatsoen; manieren; omgangsvormen
kurs besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting cursus; koers; koersnotering; kursus; leergang; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; richting; route; studie
uppförande gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden fatsoen; geleidingsvermogen; manieren; omgangsvormen
värde besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting belang; betekenis; waarde; zin

Verwante definities voor "gedrag":

  1. hoe je doet1
    • zijn gedrag op school is agressief1

Wiktionary: gedrag

gedrag
noun
  1. de manier waarop iemand optreedt of iets ergens op reageert

Cross Translation:
FromToVia
gedrag beteende behavior — way an animal or human behaves or acts
gedrag beteende behaviour — way an animal or human behaves or acts
gedrag beteende behaviour — the way matter moves or acts
gedrag förfäringssätt; beteende; uppförande procédéconduite, manière d’agir d’une personne envers une autre.
gedrag ans tenue — Traductions à trier suivant le sens.

Verwante vertalingen van gedrag