Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- gedempt:
- dempen:
-
Wiktionary:
- gedempt → tyst, dämpad
- dempen → förfullständiga, fullständiga, utfylla, komplettera, kallna, svalna
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gedempt (Nederlands) in het Zweeds
gedempt:
Vertaal Matrix voor gedempt:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
halvhögljudd | gedempt; halfluid | |
halvhögljuddt | gedempt; halfluid | |
svimma av | afgedempt; gedempt | flauw; flauwtjes; zwak; zwakjes |
dempen:
-
dempen (zich matigen; temperen; matigen)
-
dempen
Conjugations for dempen:
o.t.t.
- demp
- dempt
- dempt
- dempen
- dempen
- dempen
o.v.t.
- dempte
- dempte
- dempte
- dempten
- dempten
- dempten
v.t.t.
- heb gedempt
- hebt gedempt
- heeft gedempt
- hebben gedempt
- hebben gedempt
- hebben gedempt
v.v.t.
- had gedempt
- had gedempt
- had gedempt
- hadden gedempt
- hadden gedempt
- hadden gedempt
o.t.t.t.
- zal dempen
- zult dempen
- zal dempen
- zullen dempen
- zullen dempen
- zullen dempen
o.v.t.t.
- zou dempen
- zou dempen
- zou dempen
- zouden dempen
- zouden dempen
- zouden dempen
en verder
- is gedempt
- zijn gedempt
diversen
- demp!
- dempt!
- gedempt
- dempend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor dempen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
begränsa | dempen; matigen; temperen; zich matigen | afbakenen; afgrenzen; afpalen; afzetten; begrenzen; beknotten; beperken; indammen; inkapselen; inperken; limiteren; omlijnen; van grenzen voorzien |
inskränka | dempen; matigen; temperen; zich matigen | beknotten; beperken; indammen; inkapselen; inperken; limiteren |
stänga av ljud | dempen | |
stänga av mikrofonen | dempen |
Wiktionary: dempen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dempen | → förfullständiga; fullständiga; utfylla; komplettera | ↔ compléter — rendre complet. |
• dempen | → kallna; svalna | ↔ refroidir — rendre froid. |