Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gebieder:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebieder (Nederlands) in het Zweeds

gebieder:

gebieder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de gebieder (bevelhebber; meester; baas; beheerser)
    kommandant

Vertaal Matrix voor gebieder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kommandant baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; meester

Wiktionary: gebieder


Cross Translation:
FromToVia
gebieder härskare dominateur — Celui, celle qui dominer, qui s’arroger une grande autorité, qui exercer un grand empire.

Computer vertaling door derden: