Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- geavanceerd:
- avanceren:
-
Wiktionary:
- avanceren → avancera
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor geavanceerd (Nederlands) in het Zweeds
geavanceerd:
-
geavanceerd (vooruitstrevend; progressief)
fortskridande; avancerad; avancerat; sofistikerat; progressivt-
fortskridande bijvoeglijk naamwoord
-
avancerad bijvoeglijk naamwoord
-
avancerat bijvoeglijk naamwoord
-
sofistikerat bijvoeglijk naamwoord
-
progressivt bijvoeglijk naamwoord
-
-
geavanceerd (gevorderd; vergevorderd)
framskridet; långt framskridet; långt framskriden-
framskridet bijvoeglijk naamwoord
-
långt framskridet bijvoeglijk naamwoord
-
långt framskriden bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor geavanceerd:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avancerad | geavanceerd; progressief; vooruitstrevend | uitgebreid |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avancerat | geavanceerd; progressief; vooruitstrevend | |
fortskridande | geavanceerd; progressief; vooruitstrevend | |
framskridet | geavanceerd; gevorderd; vergevorderd | |
långt framskriden | geavanceerd; gevorderd; vergevorderd | |
långt framskridet | geavanceerd; gevorderd; vergevorderd | |
progressivt | geavanceerd; progressief; vooruitstrevend | |
sofistikerat | geavanceerd; progressief; vooruitstrevend | wereldwijs |
Verwante woorden van "geavanceerd":
geavanceerd vorm van avanceren:
-
avanceren (promoten; helpen)
-
avanceren (doorlopen; verdergaan; voortgaan; verder lopen)
Conjugations for avanceren:
o.t.t.
- avanceer
- avanceert
- avanceert
- avanceren
- avanceren
- avanceren
o.v.t.
- avanceerde
- avanceerde
- avanceerde
- avanceerden
- avanceerden
- avanceerden
v.t.t.
- heb geavanceerd
- hebt geavanceerd
- heeft geavanceerd
- hebben geavanceerd
- hebben geavanceerd
- hebben geavanceerd
v.v.t.
- had geavanceerd
- had geavanceerd
- had geavanceerd
- hadden geavanceerd
- hadden geavanceerd
- hadden geavanceerd
o.t.t.t.
- zal avanceren
- zult avanceren
- zal avanceren
- zullen avanceren
- zullen avanceren
- zullen avanceren
o.v.t.t.
- zou avanceren
- zou avanceren
- zou avanceren
- zouden avanceren
- zouden avanceren
- zouden avanceren
diversen
- avanceer!
- avanceert!
- geavanceerd
- avancerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze