Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gastvrijheid:
  2. gastvrij:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gastvrijheid (Nederlands) in het Zweeds

gastvrijheid:

gastvrijheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gastvrijheid (hartelijkheid)
    gästvänlighet; gästfrihet

Vertaal Matrix voor gastvrijheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gästfrihet gastvrijheid; hartelijkheid
gästvänlighet gastvrijheid; hartelijkheid

Verwante woorden van "gastvrijheid":


Wiktionary: gastvrijheid


Cross Translation:
FromToVia
gastvrijheid gästfrihet hospitality — act or service
gastvrijheid gästvänlighet; gästfrihet GastfreundschaftBereitschaft, Gäste freundlich aufzunehmen

gastvrijheid vorm van gastvrij:

gastvrij bijvoeglijk naamwoord

  1. gastvrij
    gästvänligt; välkommande

Vertaal Matrix voor gastvrij:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gästvänligt gastvrij
välkommande gastvrij

Verwante woorden van "gastvrij":


Verwante definities voor "gastvrij":

  1. hartelijk voor de visite1
    • Brabanders zijn meestal erg gastvrij1