Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
exkursion
|
dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje
|
|
fart
|
gang; snelheid; spoed; tempo; vaart
|
aandrift; daadkracht; dynamiek; elan; energie; esprit; fut; gloed; kracht; momentum; pit; puf; rijsnelheid; schielijkheid; stuwkracht; vlam; voortstuwing; vuur; werklust
|
gång
|
doorgang; doorloop; gang; gangpad; passage
|
gangboord; loopvlak
|
hastighet
|
gang; snelheid; spoed; tempo; vaart
|
gauwigheid; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; overijling; rijsnelheid; spoed
|
korridor
|
corridor; gang
|
corridor; doorgang; hal; overloop; passage; portaal; verbindingsgang; wandelgang
|
passage
|
doorgang; doorloop; gang; gangpad; passage
|
doorrit; gangboord; hal; overloop; overtocht; overvaart; passus; portaal; verbindingsgang; zeereis
|
resa
|
dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje
|
expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht
|
tripp
|
dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje
|
dagtocht; excursie; uitstapje
|
tur
|
dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje
|
buitenkansje; gelukkig toeval; gelukstreffer; mazzel; meevaller; opsteker; rijtoer; ronde; toevalstreffer; tournee; treffer; voordeel
|
utflykt
|
dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje
|
dagje uit; dagtocht; excursie; excursies; pleziertocht; rit; rondreis; rondrit; snoepreisje; tochtje; toer; toertje; tour; trip; uitje; uitstapje
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
resa
|
|
omhoogbrengen; ophogen; rechtop zetten; verhogen
|