Nederlands
Uitgebreide vertaling voor fout lezen (Nederlands) in het Zweeds
fout lezen:
-
fout lezen
Conjugations for fout lezen:
o.t.t.
- lees fout
- leest fout
- leest fout
- lezen fout
- lezen fout
- lezen fout
o.v.t.
- las fout
- las fout
- las fout
- lazen fout
- lazen fout
- lazen fout
v.t.t.
- heb fout gelezen
- hebt fout gelezen
- heeft fout gelezen
- hebben fout gelezen
- hebben fout gelezen
- hebben fout gelezen
v.v.t.
- had fout gelezen
- had fout gelezen
- had fout gelezen
- hadden fout gelezen
- hadden fout gelezen
- hadden fout gelezen
o.t.t.t.
- zal fout lezen
- zult fout lezen
- zal fout lezen
- zullen fout lezen
- zullen fout lezen
- zullen fout lezen
o.v.t.t.
- zou fout lezen
- zou fout lezen
- zou fout lezen
- zouden fout lezen
- zouden fout lezen
- zouden fout lezen
en verder
- is fout gelezen
- zijn fout gelezen
diversen
- lees fout!
- leest fout!
- fout gelezen
- fout lezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor fout lezen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
läsa fel | verlezen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
feltolka | fout lezen | |
läsa fel | fout lezen | |
missuppfatta | fout lezen |