Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- fort:
-
Wiktionary:
- fort → befästning, borg, slott, fästning
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor fort (Nederlands) in het Zweeds
fort:
-
de fort (bastion; bolwerk)
-
de fort (versterkte legerplaats; citadel; sterkte; kasteel)
-
de fort (versterkte plaats; sterkte)
befäst område-
befäst område zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fort:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bastion | bastion; bolwerk; fort | |
befäst område | fort; sterkte; versterkte plaats | |
citadell | citadel; fort; kasteel; sterkte; versterkte legerplaats | |
fort | bastion; bolwerk; citadel; fort; kasteel; sterkte; versterkte legerplaats | bolwerk; onthouden; stroomversnelling; vasten |
fästning | bastion; bolwerk; fort | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fort | alras; rap; snel; vlot; vlug |