Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal fluit

Vertaal fluit van Nederlands naar Zweeds

Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fluit:
  2. fluiten:
  3. Wiktionary:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fluit (Nederlands) in het Zweeds

fluit:

fluit [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de fluit
    vissla
    • vissla [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fluit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vissla fluit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vissla blazen; fluiten; pijpen

Verwante woorden van "fluit":


Wiktionary: fluit

Cross Translation:
FromToVia
• fluit → flöjt ↔ flute — woodwind instrument
• fluit → flöjt; pipa ↔ pipe — musical instrument
• fluit → flöjt ↔ Flöte — ein Blasinstrument, ein Musikinstrument

fluiten:

fluiten werkwoord (fluit, floot, floten, gefloten)

  1. fluiten (pijpen; blazen)
    flöjta; vissla; humma
    • flöjta werkwoord (flöjtar, flöjtade, flöjtat)
    • vissla werkwoord (visslar, visslade, visslat)
    • humma werkwoord (hummar, hummade, hummat)

Conjugations for fluiten:

o.t.t.
  1. fluit
  2. fluit
  3. fluit
  4. fluiten
  5. fluiten
  6. fluiten
o.v.t.
  1. floot
  2. floot
  3. floot
  4. floten
  5. floten
  6. floten
v.t.t.
  1. heb gefloten
  2. hebt gefloten
  3. heeft gefloten
  4. hebben gefloten
  5. hebben gefloten
  6. hebben gefloten
v.v.t.
  1. had gefloten
  2. had gefloten
  3. had gefloten
  4. hadden gefloten
  5. hadden gefloten
  6. hadden gefloten
o.t.t.t.
  1. zal fluiten
  2. zult fluiten
  3. zal fluiten
  4. zullen fluiten
  5. zullen fluiten
  6. zullen fluiten
o.v.t.t.
  1. zou fluiten
  2. zou fluiten
  3. zou fluiten
  4. zouden fluiten
  5. zouden fluiten
  6. zouden fluiten
diversen
  1. fluit!
  2. fluit!
  5. gefloten
  6. fluitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor fluiten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vissla fluit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flöjta blazen; fluiten; pijpen
humma blazen; fluiten; pijpen neuriën
vissla blazen; fluiten; pijpen

Verwante woorden van "fluiten":


Verwante definities voor "fluiten":

  1. door blazen een geluid maken1
    • de vogels floten in de bomen1

Wiktionary: fluiten

Cross Translation:
FromToVia
• fluiten → vissla ↔ whistle — to produce a whistling sound
• fluiten → vissla ↔ whistle — to move is such a way as to make a whistling sound
• fluiten → vissla ↔ siffler — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van fluit







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0623 seconde
Page rendered in 1.0 seconds