Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. flirt:
  2. flirten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor flirt (Nederlands) in het Zweeds

flirt:

flirt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de flirt (geflirt; flirtation)
    koketteri; flirt; flirtande

Vertaal Matrix voor flirt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flirt flirt; flirtation; geflirt jongensgek; lonker; scharrel
flirtande flirt; flirtation; geflirt
koketteri flirt; flirtation; geflirt koketheid

Verwante woorden van "flirt":


flirten:

flirten werkwoord (flirt, flirtte, flirtten, geflirt)

  1. flirten (aan de scharrel zijn; scharrelen)
    skoja; flörta med
    • skoja werkwoord (skojar, skojade, skojat)
    • flörta med werkwoord (flörtar med, flörtade med, flörtat med)
  2. flirten
    flirta; locka ut
    • flirta werkwoord (flirtar, flirtade, flirtat)
    • locka ut werkwoord (lockar ut, lockade ut, lockat ut)
  3. flirten (sjansen; lonken)
    flirta
    • flirta werkwoord (flirtar, flirtade, flirtat)

Conjugations for flirten:

o.t.t.
  1. flirt
  2. flirt
  3. flirt
  4. flirten
  5. flirten
  6. flirten
o.v.t.
  1. flirtte
  2. flirtte
  3. flirtte
  4. flirtten
  5. flirtten
  6. flirtten
v.t.t.
  1. heb geflirt
  2. hebt geflirt
  3. heeft geflirt
  4. hebben geflirt
  5. hebben geflirt
  6. hebben geflirt
v.v.t.
  1. had geflirt
  2. had geflirt
  3. had geflirt
  4. hadden geflirt
  5. hadden geflirt
  6. hadden geflirt
o.t.t.t.
  1. zal flirten
  2. zult flirten
  3. zal flirten
  4. zullen flirten
  5. zullen flirten
  6. zullen flirten
o.v.t.t.
  1. zou flirten
  2. zou flirten
  3. zou flirten
  4. zouden flirten
  5. zouden flirten
  6. zouden flirten
diversen
  1. flirt!
  2. flirt!
  3. geflirt
  4. flirtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor flirten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skoja bespotten; draak steken met
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flirta flirten; lonken; sjansen koketteren
flörta med aan de scharrel zijn; flirten; scharrelen
locka ut flirten naar buiten lokken
skoja aan de scharrel zijn; flirten; scharrelen beet nemen; gekheid maken; grappen maken; in de maling nemen

Verwante woorden van "flirten":


Wiktionary: flirten


Cross Translation:
FromToVia
flirten stöta come on — to show sexual or relational interest
flirten flörta flirter — S’adonner au flirt.

Computer vertaling door derden: