Nederlands
Uitgebreide vertaling voor flirt (Nederlands) in het Zweeds
flirt:
-
de flirt (geflirt; flirtation)
Vertaal Matrix voor flirt:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flirt | flirt; flirtation; geflirt | jongensgek; lonker; scharrel |
flirtande | flirt; flirtation; geflirt | |
koketteri | flirt; flirtation; geflirt | koketheid |
Verwante woorden van "flirt":
flirten:
-
flirten (aan de scharrel zijn; scharrelen)
-
flirten
-
flirten (sjansen; lonken)
Conjugations for flirten:
o.t.t.
- flirt
- flirt
- flirt
- flirten
- flirten
- flirten
o.v.t.
- flirtte
- flirtte
- flirtte
- flirtten
- flirtten
- flirtten
v.t.t.
- heb geflirt
- hebt geflirt
- heeft geflirt
- hebben geflirt
- hebben geflirt
- hebben geflirt
v.v.t.
- had geflirt
- had geflirt
- had geflirt
- hadden geflirt
- hadden geflirt
- hadden geflirt
o.t.t.t.
- zal flirten
- zult flirten
- zal flirten
- zullen flirten
- zullen flirten
- zullen flirten
o.v.t.t.
- zou flirten
- zou flirten
- zou flirten
- zouden flirten
- zouden flirten
- zouden flirten
diversen
- flirt!
- flirt!
- geflirt
- flirtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor flirten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
skoja | bespotten; draak steken met | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flirta | flirten; lonken; sjansen | koketteren |
flörta med | aan de scharrel zijn; flirten; scharrelen | |
locka ut | flirten | naar buiten lokken |
skoja | aan de scharrel zijn; flirten; scharrelen | beet nemen; gekheid maken; grappen maken; in de maling nemen |