Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
black
|
bleek; flauw; flets; verschoten
|
|
blackt
|
bleek; flauw; flets; verschoten
|
|
blek
|
bleek; flets; kleurloos
|
blank; bleek; bleek van gelaatskleur; kleurloos; ongekleurd; wit
|
blekt
|
bleek; flauw; flets; kleurloos; mat; verschoten
|
blank; bleek; bleek van gelaatskleur; kleurloos; ongekleurd; pips; wit; wit van huidskleur
|
färglös
|
flets; mat
|
blank; bleek; kleurloos; ongekleurd; verveloos
|
färglöst
|
flets; mat
|
blank; bleek; kleurloos; ongekleurd; verveloos; wit; wit van huidskleur
|
glanslös
|
dof; flets; mat; niet helder
|
|
glanslöst
|
dof; flets; mat; niet helder
|
|
grått
|
dof; flets; mat; niet helder
|
alledaags; eenvoudig; gewoon; niets bijzonders; ordinair; sfeerloos; zonder sfeer
|
mulen
|
dof; flets; mat; niet helder
|
beslagen; bewolkt; dof; glansloos; mat
|
mulet
|
dof; flets; mat; niet helder
|
beslagen; bewolkt; dof; glansloos; mat
|
svag
|
bleek; flauw; flets; kleurloos; verschoten
|
beetje; bleek; bleek van gelaatskleur; krachteloos; lichtelijk; niet helder; onduidelijk; schemerig; schimmig; slap; vaag; week; wit; zwak
|
svagt
|
bleek; flauw; flets; kleurloos; verschoten
|
bleek; bleek van gelaatskleur; bleekjes; krachteloos; niet helder; onduidelijk; pips; schemerig; schimmig; slap; slapjes; vaag; wee; week; wit; ziekelijk; zwak
|