Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fax:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fax (Nederlands) in het Zweeds

fax:

fax [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de fax
    fax; telefax
    • fax [-ett] zelfstandig naamwoord
    • telefax [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de fax
    telefax
    • telefax [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fax:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fax fax
telefax fax

Verwante woorden van "fax":


Verwante definities voor "fax":

  1. apparaat waarmee je kopieën verstuurt1
    • hij stuurt het lijstje per fax naar me toe1
  2. een kopie die per fax verstuurd is1
    • heb je een fax van hem ontvangen?1

Wiktionary: fax


Cross Translation:
FromToVia
fax telefax; fax fax — document transmitted by telephone