Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. faun:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor faun (Nederlands) in het Zweeds

faun:

faun [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de faun
    faun
    • faun [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor faun:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faun faun

Verwante woorden van "faun":

  • faunen, fauntje, fauntjes

Wiktionary: faun


Cross Translation:
FromToVia
faun faunus faun — a mythical creature