Nederlands
Uitgebreide vertaling voor farceren (Nederlands) in het Zweeds
farceren:
Vertaal Matrix voor farceren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fylla | dronkenschap | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fylla | farceren; opvullen; vullen | dichtgooien; gaten dichten; ineen duwen; opvullen; opzetten; plomberen; proppen; stoppen; volgieten; volgooien; volmaken; volplempen; volpompen; volschenken; volstorten; vullen |