Nederlands
Uitgebreide vertaling voor fair (Nederlands) in het Zweeds
fair:
Vertaal Matrix voor fair:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rättvis | eerlijk; fair | net aan |
rättvist | eerlijk; fair | net aan |
sporstligt | eerlijk; fair | |
ärlig | eerlijk; fair | braaf; deugdzaam; eerlijk; ernstig; fideel; lief; ongeveinsd; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rondborstig; ronduit; serieus; trouwhartig; voorbeeldig; werkelijk menend; zoet |
ärligt | eerlijk; fair | braaf; deugdzaam; eerlijk; eerzaam; ernstig; fideel; frank; gemeend; lief; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rechttoe; rondborstig; ronduit; serieus; stoutmoedig; trouwhartig; voorbeeldig; vrij; vrijelijk; vrijmoedig; vrijpostig; vrijuit; werkelijk menend; zedig; zoet |