Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. facet:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor facet (Nederlands) in het Zweeds

facet:

facet [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het facet (opzicht; aspect)
    synpunkt; ståndpunkt; synvinkel

Vertaal Matrix voor facet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ståndpunkt aspect; facet; opzicht bewering; gezindheid; houding; overtuiging; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; vaststaande mening
synpunkt aspect; facet; opzicht gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; oogpunt; perspectief; standpunt; zienswijs
synvinkel aspect; facet; opzicht

Verwante woorden van "facet":

  • facetten

Computer vertaling door derden: