Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ezel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ezel (Nederlands) in het Zweeds

ezel:

ezel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ezel
    åsna; en trögtänkt person; dumskalle

Vertaal Matrix voor ezel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dumskalle ezel domkop; dommerik; domoor; druiloor; druiloortjes; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sufferdjes; sukkel; sul; uilskuiken
en trögtänkt person ezel
åsna ezel ezelin; takkewijf; trut

Verwante woorden van "ezel":

  • ezelen, ezels, ezeltje, ezeltjes

Wiktionary: ezel


Cross Translation:
FromToVia
ezel åsna ass — animal
ezel åsna donkey — a domestic animal
ezel staffli easel — upright frame for displaying or supporting something
ezel åsna EselZugtier, Lasttier und Haustier, sowie zwei Wildtierarten, die zur Gattung der Pferde gehören
ezel åsna baudet — (familier, fr) Nom vulgaire de l’âne ou de la mule.
ezel åsna âne — Animal domestique