Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal expliciet

Vertaal expliciet van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

expliciet:
- klart; klar; öppen; tydligt; öppet; uttryckligt
Wiktionary:
- expliciet → uttrycklig, explicit

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor expliciet (Nederlands) in het Zweeds

expliciet:

expliciet bijvoeglijk naamwoord

expliciet
klart; klar; öppen; tydligt; öppet; uttryckligt
- klart bijvoeglijk naamwoord
- klar bijvoeglijk naamwoord
- öppen bijvoeglijk naamwoord
- tydligt bijvoeglijk naamwoord
- öppet bijvoeglijk naamwoord
- uttryckligt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor expliciet:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
öppen	expliciet	aangebroken; cru; eerlijk; geopend; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onverhuld; open; opengemaakt; openhartig; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe rechtaan; ronduit; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
klar	expliciet	aanschouwelijk; begrijpelijk; bevattelijk; cru; duidelijk; fleurig; gereed; helder; helderdenkend; inzichtelijk; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurrijk; lichtgevend; lumineus; onbewolkt; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; overduidelijk; paraat; rechttoe rechtaan; verhelderend; verstaanbaar
klart	expliciet	aanschouwelijk; begrijpelijk; cru; direct; duidelijk; fleurig; gereed; helder; helderdenkend; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurrijk; lichtgevend; lumineus; onbewolkt; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; overduidelijk; paraat; recht door zee; rechttoe rechtaan; regelrecht; verhelderend; verstaanbaar
tydligt	expliciet	aanschouwelijk; bemerkbaar; cru; direct; duidelijk; herkenbaar; hoorbaar; lichtgevend; lumineus; merkbaar; onknap; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; recht door zee; rechttoe rechtaan; regelrecht; tastbaar; verstaanbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
uttryckligt	expliciet
öppet	expliciet	aangebroken; eerlijk; geopend; gulweg; met open vizier; onbewimpeld; onomwonden; onverholen; onverhuld; open; opengemaakt; openhartig; oprecht; rechtschapen; rondborstig; ronduit; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit

Verwante woorden van "expliciet":

expliciete

Wiktionary: expliciet

Cross Translation:

From	To	Via
• expliciet	→ uttrycklig; explicit	↔ explicit — very specific
• expliciet	→ explicit	↔ explicit — containing material that might be deemed offensive
• expliciet	→ uttrycklig	↔ ausdrücklich — klar und deutlich gesagt, entschieden geäußert