Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor etter (Nederlands) in het Zweeds

etter:

etter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de etter (etterbak)
    kryp; äckel
    • kryp [-ett] zelfstandig naamwoord
    • äckel [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de etter (pus)
    medicin var; var

Vertaal Matrix voor etter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kryp etter; etterbak gedierte; insecten
medicin var etter; pus
var etter; pus
äckel etter; etterbak engerd; griezel; griezeltje; hork; kinkel; lomperd; mannetjesezel; proleet; vlegel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
var waarin

Verwante woorden van "etter":

  • etteren, etters, ettertje, ettertjes

Wiktionary: etter


Cross Translation:
FromToVia
etter var pus — fluid found in regions of infection

etteren:

etteren werkwoord (etter, ettert, etterde, etterden, geëtterd)

  1. etteren (vervelend doen)
    tröttande; irriterande
    • tröttande werkwoord (tröttnar, tröttnade, tröttat)
    • irriterande werkwoord (irriterar, irriterade, irriterat)
  2. etteren (griepen; zeiken; klieren)
    tjata; gnata; vara jobbig
    • tjata werkwoord (tjatar, tjatade, tjatat)
    • gnata werkwoord (gnatar, gnatade, gnatat)
    • vara jobbig werkwoord (är jobbig, var jobbig, varit jobbig)
  3. etteren (pus afscheiden)
    fräta; gnaga; tära; orsaka bitterhet; ligga och gro; gripa omkring sig
    • fräta werkwoord (fräter, frätte, frätt)
    • gnaga werkwoord (gnagar, gnagade, gnagat)
    • tära werkwoord (tärar, tärade, tärat)
    • orsaka bitterhet werkwoord (orsakar bitterhet, orsakade bitterhet, orsakat bitterhet)
    • ligga och gro werkwoord (ligger och gror, låg och grodde, legat och grot)
    • gripa omkring sig werkwoord (griper omkring sig, grep omkring sig, gripit omkring sig)

Conjugations for etteren:

o.t.t.
  1. etter
  2. ettert
  3. ettert
  4. etteren
  5. etteren
  6. etteren
o.v.t.
  1. etterde
  2. etterde
  3. etterde
  4. etterden
  5. etterden
  6. etterden
v.t.t.
  1. heb geëtterd
  2. hebt geëtterd
  3. heeft geëtterd
  4. hebben geëtterd
  5. hebben geëtterd
  6. hebben geëtterd
v.v.t.
  1. had geëtterd
  2. had geëtterd
  3. had geëtterd
  4. hadden geëtterd
  5. hadden geëtterd
  6. hadden geëtterd
o.t.t.t.
  1. zal etteren
  2. zult etteren
  3. zal etteren
  4. zullen etteren
  5. zullen etteren
  6. zullen etteren
o.v.t.t.
  1. zou etteren
  2. zou etteren
  3. zou etteren
  4. zouden etteren
  5. zouden etteren
  6. zouden etteren
diversen
  1. etter!
  2. ettert!
  3. geëtterd
  4. etterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor etteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fräta etteren; pus afscheiden inkankeren; tobben
gnaga etteren; pus afscheiden aanbijten; aanvreten; inkankeren; kluiven; knabbelen; knauwen; peuzelen
gnata etteren; griepen; klieren; zeiken bedillen; betuttelen; klagen; vitten; zeuren
gripa omkring sig etteren; pus afscheiden
irriterande etteren; vervelend doen
ligga och gro etteren; pus afscheiden
orsaka bitterhet etteren; pus afscheiden
tjata etteren; griepen; klieren; zeiken aandringen; betuttelen; doordrammen; doordrukken; drammen; jennen; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zeuren; zieken
tröttande etteren; vervelend doen
tära etteren; pus afscheiden
vara jobbig etteren; griepen; klieren; zeiken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
irriterande irriterend; prikkelend
tröttande afmattend; moemakend; uitputtend; vermoeiend

Verwante woorden van "etteren":