Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
grav
|
|
graf; grafkuil; grafmonument; grafplaats; tombe
|
mycket
|
|
berg; boel; grote hoeveelheid; heleboel; hoop; massa; overvloed
|
oroande
|
|
verstoringen
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
-
|
naar
|
|
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mycket
|
|
ver; veraf; verafgelegen
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
allvarligt
|
erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard
|
bedaard; dringend; ernstig; gelijkmoedig; heel erg; ingetogen; kalm; klemmend; met spoed; rustig; serieus; spoedeisend; stemmig; urgent; vol ernst
|
eländigt
|
armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig
|
akelig; banaal; beroerd; ellendig; ellendige; godvergeten; laag; lamlendig; naar; vuig
|
futtigt
|
armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig
|
|
grav
|
erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard
|
|
gravt
|
erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard
|
|
häftigt
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
fel; felle; ferm; flink; fysiek sterk; gaaf; heftig; hevig; intens; krachtig; mieters; onmatig; pittig; schitterend; sterk; stevig; straf; tof; verwoed
|
hård
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
bikkelhard; hard; hardhandig; hardvochtig; ijzerhard; keihard; onbarmhartig; ongenadig; onzacht; ruw; staalhard; steenhard
|
hårt
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
emotieloos; gestreng; gevoelloos; hard; hardhandig; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; niet toegevend; onbarmhartig; ongenadig; ongevoelig; onzacht; pittig; ruw; straf; streng; zielloos
|
kraftig
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
doortastend; drastisch; ferm; forse; grof; grofgebouwd; krachtdadig; krachtig; levenskrachtig; lomp; massief; niet hol; ruw; vitaal
|
kraftigt
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
corpulent; dik; doortastend; drastisch; ferm; flink; fors; forse; fysiek sterk; gezet; grof; grofgebouwd; heftig; hevig; intens; klemmend; krachtdadig; krachtig; levenskrachtig; lijvig; lomp; massief; met een krachtige uitwerking; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; niet hol; omvangrijk; potig; robuust; ruw; sterk; stevig; struis; uitdrukkelijk; vitaal; volumineus; zwaar; zwaargebouwd; zwaarlijvig
|
kritiskt
|
erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard
|
kritisch; moeilijk; problematisch
|
lumpet
|
armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig
|
|
mycket
|
behoorlijk; behoorlijke; erg; in hoge mate
|
|
oroande
|
erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard
|
angstwekkend; onrustbarend; ontstellend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend
|
oroandet
|
erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard
|
|
tarvlig
|
armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig
|
banaal; laag; vuig
|
tarvligt
|
armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig
|
banaal; laag; vuig
|
usel
|
armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig
|
beroerd; ellendig; lamlendig; lamzalig
|
uselt
|
armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig
|
beroerd; ellendig; lamlendig
|
våldsamt
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
aanrandend; agressief; felle; gewelddadig; hard; hardhandig; heftig; hevig; intens; onzacht; ruw
|
ynklig
|
armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig
|
karakterloos; slap; zonder karakter; zwak
|
ynkligt
|
armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig
|
beroerd; ellendig; karakterloos; lamlendig; slap; zonder karakter; zwak
|