Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. erbij optellen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor erbij optellen (Nederlands) in het Zweeds

erbij optellen:

erbij optellen werkwoord (tel erbij op, telt erbij op, telde erbij op, telden erbij op, erbij opgeteld)

  1. erbij optellen (toevoegen; erbij tellen)
    lägga till
    • lägga till werkwoord (lägger till, lade till, lagt till)

Conjugations for erbij optellen:

o.t.t.
  1. tel erbij op
  2. telt erbij op
  3. telt erbij op
  4. tellen erbij op
  5. tellen erbij op
  6. tellen erbij op
o.v.t.
  1. telde erbij op
  2. telde erbij op
  3. telde erbij op
  4. telden erbij op
  5. telden erbij op
  6. telden erbij op
v.t.t.
  1. heb erbij opgeteld
  2. hebt erbij opgeteld
  3. heeft erbij opgeteld
  4. hebben erbij opgeteld
  5. hebben erbij opgeteld
  6. hebben erbij opgeteld
v.v.t.
  1. had erbij opgeteld
  2. had erbij opgeteld
  3. had erbij opgeteld
  4. hadden erbij opgeteld
  5. hadden erbij opgeteld
  6. hadden erbij opgeteld
o.t.t.t.
  1. zal erbij optellen
  2. zult erbij optellen
  3. zal erbij optellen
  4. zullen erbij optellen
  5. zullen erbij optellen
  6. zullen erbij optellen
o.v.t.t.
  1. zou erbij optellen
  2. zou erbij optellen
  3. zou erbij optellen
  4. zouden erbij optellen
  5. zouden erbij optellen
  6. zouden erbij optellen
en verder
  1. is erbij opgeteld
  2. zijn erbij opgeteld
diversen
  1. tel erbij op!
  2. telt erbij op!
  3. erbij opgeteld
  4. erbij optellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor erbij optellen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lägga till bijvoegen; optelsom; samenvoeging; toeleggen; toevoegen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lägga till erbij optellen; erbij tellen; toevoegen aansluiten; bijvoegen; expanderen; openen; samentellen; supplementeren; toevoegen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden

Verwante vertalingen van erbij optellen