Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. er zijn:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor er zijn (Nederlands) in het Zweeds

er zijn:

er zijn werkwoord (ben er, bent er, is er, was er, waren er, er geweest)

  1. er zijn (aanwezig zijn)
    vara närvarande; vara där
    • vara närvarande werkwoord (är närvarande, var närvarande, varit närvarande)
    • vara där werkwoord (är där, var där, varit där)

Conjugations for er zijn:

o.t.t.
  1. ben er
  2. bent er
  3. is er
  4. zijn er
  5. zijn er
  6. zijn er
o.v.t.
  1. was er
  2. was er
  3. was er
  4. waren er
  5. waren er
  6. waren er
v.t.t.
  1. ben er geweest
  2. bent er geweest
  3. is er geweest
  4. zijn er geweest
  5. zijn er geweest
  6. zijn er geweest
v.v.t.
  1. was er geweest
  2. was er geweest
  3. was er geweest
  4. waren er geweest
  5. waren er geweest
  6. waren er geweest
o.t.t.t.
  1. zal er zijn
  2. zult er zijn
  3. zal er zijn
  4. zullen er zijn
  5. zullen er zijn
  6. zullen er zijn
o.v.t.t.
  1. zou er zijn
  2. zou er zijn
  3. zou er zijn
  4. zouden er zijn
  5. zouden er zijn
  6. zouden er zijn
diversen
  1. ben er!
  2. bent er!
  3. er geweest
  4. er zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor er zijn:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vara där aanwezig zijn; er zijn
vara närvarande aanwezig zijn; er zijn erbij zijn; tegenwoordig zijn

Verwante vertalingen van er zijn