Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
knapp
|
|
drukkertje; knobbel; knoest; knop; knopje; kwast; overhemdsknoopje; schakelaar; schakelknop
|
smalt
|
|
engte; nauwte
|
trångt
|
|
engte; smalheid; smalte
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
knapp
|
eng; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte
|
nauw; nauwsluitend; strak
|
knappt
|
eng; krap; met weinig ruimte; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte
|
minuscuul; zeer klein
|
kuslig
|
akelig; beangstigend; eng; griezelig; sinister
|
|
kusligt
|
akelig; beangstigend; eng; griezelig; sinister
|
vergrijsd
|
läskigt
|
beangstigend; eng
|
|
obehaglig
|
beangstigend; eng
|
ongemakkelijk; onverkwikkelijk; opgelaten; stuitend
|
obehagligt
|
beangstigend; eng
|
oncomfortabel; ongemakkelijk; ongerieflijk; onverkwikkelijk; opgelaten; stuitend
|
oroväckande
|
angstaanjagend; angstwekkend; eng; griezelig; schrikaanjagend; schrikwekkend; vreesaanjagend; vreeswekkend
|
|
skrämmande
|
angstaanjagend; beangstigend; dreigend; eng
|
ontzettend; verschrikkelijk; vreselijk
|
smal
|
eng; krap; met weinig ruimte; nauw
|
mager; spichtig; sprieterig; tenger
|
smalt
|
eng; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte
|
dun; fijn; fijngebouwd; knokig; mager; opvliegend; rank; scharminkelig; slank; spichtig; sprieterig; tenger
|
trång
|
eng; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte
|
|
trångt
|
eng; krap; met weinig ruimte; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte
|
hokkerig
|
ängslande
|
dreigend; eng
|
|
ångestväckande
|
angstaanjagend; angstwekkend; eng; griezelig; schrikaanjagend; schrikwekkend; vreesaanjagend; vreeswekkend
|
|