Nederlands

Uitgebreide vertaling voor eng (Nederlands) in het Zweeds

eng:

eng bijvoeglijk naamwoord

  1. eng (met weinig ruimte; nauw; krap)
    trångt; smal; knappt
    • trångt bijvoeglijk naamwoord
    • smal bijvoeglijk naamwoord
    • knappt bijvoeglijk naamwoord
  2. eng (van geringe breedte; nauw; smalletjes; smal)
    knapp; smalt; trång; knappt; trångt
    • knapp bijvoeglijk naamwoord
    • smalt bijvoeglijk naamwoord
    • trång bijvoeglijk naamwoord
    • knappt bijvoeglijk naamwoord
    • trångt bijvoeglijk naamwoord
  3. eng (griezelig; sinister; akelig)
    kuslig; kusligt
  4. eng (dreigend)
    skrämmande; ängslande
  5. eng (beangstigend)
    kuslig; läskigt; obehaglig; obehagligt; kusligt
  6. eng (angstaanjagend; beangstigend)
    skrämmande
  7. eng (angstaanjagend; schrikwekkend; griezelig; )
    oroväckande; ångestväckande

Vertaal Matrix voor eng:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knapp drukkertje; knobbel; knoest; knop; knopje; kwast; overhemdsknoopje; schakelaar; schakelknop
smalt engte; nauwte
trångt engte; smalheid; smalte
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knapp eng; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte nauw; nauwsluitend; strak
knappt eng; krap; met weinig ruimte; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte minuscuul; zeer klein
kuslig akelig; beangstigend; eng; griezelig; sinister
kusligt akelig; beangstigend; eng; griezelig; sinister vergrijsd
läskigt beangstigend; eng
obehaglig beangstigend; eng ongemakkelijk; onverkwikkelijk; opgelaten; stuitend
obehagligt beangstigend; eng oncomfortabel; ongemakkelijk; ongerieflijk; onverkwikkelijk; opgelaten; stuitend
oroväckande angstaanjagend; angstwekkend; eng; griezelig; schrikaanjagend; schrikwekkend; vreesaanjagend; vreeswekkend
skrämmande angstaanjagend; beangstigend; dreigend; eng ontzettend; verschrikkelijk; vreselijk
smal eng; krap; met weinig ruimte; nauw mager; spichtig; sprieterig; tenger
smalt eng; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte dun; fijn; fijngebouwd; knokig; mager; opvliegend; rank; scharminkelig; slank; spichtig; sprieterig; tenger
trång eng; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte
trångt eng; krap; met weinig ruimte; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte hokkerig
ängslande dreigend; eng
ångestväckande angstaanjagend; angstwekkend; eng; griezelig; schrikaanjagend; schrikwekkend; vreesaanjagend; vreeswekkend

Verwante woorden van "eng":

  • engheid, enger, engere, engst, engste, enge

Wiktionary: eng


Cross Translation:
FromToVia
eng snäv; trång; smal eng — schmal, nahe anliegend; von relativ geringer Ausdehnung
eng läskig scary — causing, or able to cause, fright