Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor elastisch (Nederlands) in het Zweeds
elastisch:
-
elastisch (rekbaar; veerkrachtig)
Vertaal Matrix voor elastisch:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
elastiskt | rek; rekbaarheid; veerkracht | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
smidigt | elastisch; rekbaar; veerkrachtig | aanspreekbaar; benaderbaar; buigzaam; flexibel; gemakkelijk; genaakbaar; lenig; meegaand; smeuïg; soepel; toegankelijk; toeschietelijk |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
elastisk | elastisch; rekbaar; veerkrachtig | |
elastiskt | elastisch; rekbaar; veerkrachtig | verend |
spänstig | elastisch; rekbaar; veerkrachtig | doortastend; drastisch; energiek; ferm; krachtdadig; krachtig; vol energie |
spänstigt | elastisch; rekbaar; veerkrachtig | doortastend; drastisch; energiek; ferm; krachtdadig; krachtig; levenskrachtig; vitaal; vol energie |