Nederlands
Uitgebreide vertaling voor eis (Nederlands) in het Zweeds
eis:
-
de eis (vraag; vordering)
-
de eis (vordering; claim)
-
de eis (voorwaarde; conditie; vereiste)
-
de eis (rechtsvordering)
-
de eis (voorwaarde; conditie; criterium; kriterium; beperking; bepaling; beding)
Vertaal Matrix voor eis:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anspråk | eis; vordering; vraag | aanspraken; claim; opvragen; opvraging; pretentie |
antagande | conditie; eis; vereiste; voorwaarde | onderstelling; poneren; stellen; toe-eigening; veronderstelling; voorgevoel |
förfrågan | eis; vordering; vraag | aanvraag; navraag |
kriterium | beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; voorwaarde | maatstaf; toetssteen |
kräver | claim; eis; vordering | |
laga rätt | eis; rechtsvordering | |
villkor | beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; vereiste; voorwaarde | beding; besnaring; condities; voorwaarde; voorwaarden |
- | voorwaarde |
Verwante woorden van "eis":
Synoniemen voor "eis":
Verwante definities voor "eis":
Wiktionary: eis
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• eis | → anspråk | ↔ Anspruch — berechtigte Forderung an etwas oder jemanden: Forderung, Erwartung |
• eis | → fordring; krav | ↔ Anforderung — Eigenschaft, Fähigkeit, die zur Bewältigung bestimmter Aufgaben vorhanden sein müssen |
• eis | → fordran | ↔ exigence — caractère ou prétention de celui qui exiger, qui se montre exigeant. |
eisen:
-
eisen (opeisen; aanspraak maken op; vorderen; rekwireren; opvorderen)
-
eisen (inmanen; vorderen; invorderen)
-
eisen (vergen; vereisen; verlangen)
-
eisen (reclameren)
Conjugations for eisen:
o.t.t.
- eis
- eist
- eist
- eisen
- eisen
- eisen
o.v.t.
- eiste
- eiste
- eiste
- eisten
- eisten
- eisten
v.t.t.
- heb geëist
- hebt geëist
- heeft geëist
- hebben geëist
- hebben geëist
- hebben geëist
v.v.t.
- had geëist
- had geëist
- had geëist
- hadden geëist
- hadden geëist
- hadden geëist
o.t.t.t.
- zal eisen
- zult eisen
- zal eisen
- zullen eisen
- zullen eisen
- zullen eisen
o.v.t.t.
- zou eisen
- zou eisen
- zou eisen
- zouden eisen
- zouden eisen
- zouden eisen
en verder
- is geëist
- zijn geëist
diversen
- eis!
- eist!
- geëist
- eisend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor eisen:
Verwante woorden van "eisen":
Synoniemen voor "eisen":
Verwante definities voor "eisen":
Wiktionary: eisen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• eisen | → kräva | ↔ demand — to request forcefully |
• eisen | → ansöka om | ↔ beantragen — einen Antrag auf etwas, jemanden stellen |
• eisen | → kräva; fordra | ↔ fordern — etwas (von jemandem) verlangen |
• eisen | → ansöka; bedja; fråga; spörja; anmoda | ↔ demander — Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui. |
• eisen | → begära | ↔ exiger — demander quelque chose en vertu d’un droit légitime ou prétendre tel. |