Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. eigengereidheid:
  2. eigengereid:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor eigengereidheid (Nederlands) in het Zweeds

eigengereidheid:

eigengereidheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de eigengereidheid (eigenwijsheid; eigenzinnigheid)
    egensinne

Vertaal Matrix voor eigengereidheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
egensinne eigengereidheid; eigenwijsheid; eigenzinnigheid eigengerechtigheid; eigenmachtigheid

Verwante woorden van "eigengereidheid":


eigengereid:


Computer vertaling door derden: