Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. eetbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor eetbaar (Nederlands) in het Zweeds

eetbaar:

eetbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. eetbaar (te consumeren)
    ätlig; ätligt; ätbart; smakligt; välsmakande

Vertaal Matrix voor eetbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smakligt eetbaar; te consumeren
välsmakande eetbaar; te consumeren
ätbart eetbaar; te consumeren
ätlig eetbaar; te consumeren
ätligt eetbaar; te consumeren

Verwante woorden van "eetbaar":

  • eetbaarheid, eetbare

Wiktionary: eetbaar


Cross Translation:
FromToVia
eetbaar ätbar edible — that can be eaten without harm; suitable for consumption
eetbaar ätbar; ätlig essbar — geeignet, (ohne Ekel) gegessen zu werden