Nederlands
Uitgebreide vertaling voor eetbaar (Nederlands) in het Zweeds
eetbaar:
-
eetbaar (te consumeren)
ätlig; ätligt; ätbart; smakligt; välsmakande-
ätlig bijvoeglijk naamwoord
-
ätligt bijvoeglijk naamwoord
-
ätbart bijvoeglijk naamwoord
-
smakligt bijvoeglijk naamwoord
-
välsmakande bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor eetbaar:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
smakligt | eetbaar; te consumeren | |
välsmakande | eetbaar; te consumeren | |
ätbart | eetbaar; te consumeren | |
ätlig | eetbaar; te consumeren | |
ätligt | eetbaar; te consumeren |