Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor eer (Nederlands) in het Zweeds
eer:
Vertaal Matrix voor eer:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stolthet | eer; eergevoel; trots | fierheid; hoogmoedigheid; hovaardigheid; trots |
ära | eer; eergevoel; trots | buiging; eerbetoon; eerbewijs; ere; prijs; roem |
ärande | eer; hulde; verering | achten; eerbetoon; eren; huldebetoon; huldiging |
ärokänsla | eer; eergevoel; trots | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ära | eer aandoen; eer bewijzen; eren; hulde bewijzen; huldigen; in ere houden | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
framför | aleer; alvoor; alvorens; eer; voor; voordat | daarvoor; ervoor; voor; vooraan |
Verwante woorden van "eer":
Verwante definities voor "eer":
Wiktionary: eer
eer
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• eer | → ära | ↔ honour — token of praise or respect |
• eer | → heder; honnör; ära | ↔ honneur — sentiment d’une dignité morale, estimer plus haut que tous les biens, et qui porter certaines personnes à des actions loyales, nobles et courageux. |
• eer | → hellre | ↔ le mieux — Ce qu’il y a de mieux |
• eer | → hellre | ↔ mieux — Ce qui est meilleur. |
• eer | → hellre | ↔ plutôt — Traductions à trier suivant le sens. |
eren:
-
eren (eerbied bewijzen)
-
eren (hulde bewijzen; eer aandoen; huldigen)
Conjugations for eren:
o.t.t.
- eer
- eert
- eert
- eren
- eren
- eren
o.v.t.
- eerde
- eerde
- eerde
- eerden
- eerden
- eerden
v.t.t.
- heb geëerd
- hebt geëerd
- heeft geëerd
- hebben geëerd
- hebben geëerd
- hebben geëerd
v.v.t.
- had geëerd
- had geëerd
- had geëerd
- hadden geëerd
- hadden geëerd
- hadden geëerd
o.t.t.t.
- zal eren
- zult eren
- zal eren
- zullen eren
- zullen eren
- zullen eren
o.v.t.t.
- zou eren
- zou eren
- zou eren
- zouden eren
- zouden eren
- zouden eren
en verder
- ben geëerd
- bent geëerd
- is geëerd
- zijn geëerd
- zijn geëerd
- zijn geëerd
diversen
- eer!
- eert!
- geëerd
- erend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor eren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ära | buiging; eer; eerbetoon; eerbewijs; eergevoel; ere; prijs; roem; trots | |
ärande | achten; eren | eer; eerbetoon; hulde; huldebetoon; huldiging; verering |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
respektera | eerbied bewijzen; eren | |
ära | eer aandoen; eren; hulde bewijzen; huldigen | eer bewijzen; in ere houden |