Eensgezindheid in het Zweeds vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

eensgezindheid:
- harmoni; endräkt; enighet; enhällighet; samstämmighet; enstämmighet; samtycke; samförstånd; sammanhörighet; alliance
eensgezind:
- förenad; förenat; enig; enigt
Wiktionary:
- eensgezindheid → konsensus
- eensgezind → enig, enhällig

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor eensgezindheid (Nederlands) in het Zweeds

de eensgezindheid (eendracht; harmonie; eendrachtigheid)
harmoni; endräkt
- harmoni [-en] zelfstandig naamwoord
- endräkt [-en] zelfstandig naamwoord
de eensgezindheid (saamhorigheid; eendrachtigheid)
enighet; enhällighet; samstämmighet; enstämmighet
- enighet [-en] zelfstandig naamwoord
- enhällighet [-en] zelfstandig naamwoord
- samstämmighet [-en] zelfstandig naamwoord
- enstämmighet zelfstandig naamwoord
de eensgezindheid (unanimiteit; eenstemmigheid)
enighet; samtycke; samförstånd; enhällighet
- enighet [-en] zelfstandig naamwoord
- samtycke [-ett] zelfstandig naamwoord
- samförstånd [-ett] zelfstandig naamwoord
- enhällighet [-en] zelfstandig naamwoord
de eensgezindheid (saamhorigheid; verbondenheid; solidariteit)
sammanhörighet; alliance
- sammanhörighet zelfstandig naamwoord
- alliance zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alliance	eensgezindheid; saamhorigheid; solidariteit; verbondenheid
endräkt	eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie	eenzelvigheid; uniformiteit
enhällighet	eendrachtigheid; eensgezindheid; eenstemmigheid; saamhorigheid; unanimiteit	eenstemmigheid
enighet	eendrachtigheid; eensgezindheid; eenstemmigheid; saamhorigheid; unanimiteit	eenzelvigheid; uniformiteit
enstämmighet	eendrachtigheid; eensgezindheid; saamhorigheid
harmoni	eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie	harmonie; samenklank
samförstånd	eensgezindheid; eenstemmigheid; unanimiteit	overeenstemming; verstandhouding
sammanhörighet	eensgezindheid; saamhorigheid; solidariteit; verbondenheid
samstämmighet	eendrachtigheid; eensgezindheid; saamhorigheid	overeenstemming
samtycke	eensgezindheid; eenstemmigheid; unanimiteit	accoord; dienstbaarheid; dienstvaardigheid; gedienstigheid; goedkeuring; jawoord; toestemming; welbevinden

Cross Translation:

From	To	Via
• eensgezindheid	→ konsensus	↔ consensus — general agreement

eensgezind (eendrachtig; harmonieus; saamhorig)
förenad; förenat
- förenad bijvoeglijk naamwoord
- förenat bijvoeglijk naamwoord
eensgezind (unaniem; eenparig; eenstemmig)
enig; enigt
- enig bijvoeglijk naamwoord
- enigt bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
enig	eenparig; eensgezind; eenstemmig; unaniem
enigt	eenparig; eensgezind; eenstemmig; unaniem
förenad	eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig
förenat	eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig	aaneengehecht; aangehecht; aangesloten; aangevoegd; gekoppeld; vastgehecht; verbonden

Cross Translation:

From	To	Via
• eensgezind	→ enig; enhällig	↔ unanimous — sharing the same view