Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. een paar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor een paar (Nederlands) in het Zweeds

een paar:

een paar bijvoeglijk naamwoord

  1. een paar (sommige; enkele; enige; wat)
    några; vissa; visst
    • några bijvoeglijk naamwoord
    • vissa bijvoeglijk naamwoord
    • visst bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor een paar:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
några sommige
vissa sommige
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
några een paar; enige; enkele; sommige; wat
vissa een paar; enige; enkele; sommige; wat
visst een paar; enige; enkele; sommige; wat

Verwante vertalingen van een paar