Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. een keer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor een keer (Nederlands) in het Zweeds

een keer:

een keer bijvoeglijk naamwoord

  1. een keer (op een keer; eens)
    det var en gång

Vertaal Matrix voor een keer:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
det var en gång een keer; eens; op een keer

Wiktionary: een keer


Cross Translation:
FromToVia
een keer en gång once — one and only one time

Verwante vertalingen van een keer